Kleding

Zondagse kleding


De zondagse kleding, oftewel het “kistentuug” werd gedragen als men naar de kerk, trouwerij, begrafenis of iets dergelijks ging.
De heren droegen een zwart pak. Er zat weinig versiering op. Soms alleen een horloge met ketting. Verder droegen de heren zwarte wollen kousen in wit geschuurde klompen, een zwarte pet op het hoofd en een “goastok” in de hand. Het handvat van de goastok was meestal versierd met een kunstig vlechtwerk van paardehaar en ganzepennen.
De vrouwen droegen een zwarte rok, met daaronder nog vele onderrokken en een degelijke (witte katoenen) lange onderbroek.
Typisch Enschede’s zijn de gekleurde jakken. In de omgeving en andere plaatsen droeg men zwart.
Aan de voeten, evenals de mannen, zwarte kousen, wit geschuurde klompen en op het hoofd de knipmuts, waaraan knipmutsbellen van goud of zilver hingen.
Sieraden kreeg men vaak als geschenk bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd of bij het trouwen. Bloedkoralen en andere sieraden droeg men in onze streek echter niet zo volop als in andere provincies.